Voertuig aanmaken

In het programma staan ingestelde referentievoertuigen tot uw beschikking. U kunt ook eigen voertuigen aanmaken.

Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als het desbetreffende toegangsrecht in de administratietool geactiveerd is.

 

  • Klik in de titelbalk op  

  • Selecteer in het contextmenu de optie  Voertuigbeheer.

    Het voertuigbeheer wordt geopend in een nieuw tabblad.

  • Klik in de symboolbalk op Nieuwe vrachtwagen.

    Het venster Voertuig bewerken: kopie van <voertuignaam> wordt geopend.

    Tip: U kunt het voertuigtype selecteren dat u als basis gaat gebruiken. Klik op het zwarte pijltje naast Nieuwe vrachtwagen en selecteer de gewenste optie.

Tabblad Algemeen

  • Voer de algemene gegevens van het voertuig in.

    Element Beschrijving
    Invoerveld Naam Voer een duidelijke naam in voor het voertuig.
    Kenteken 1 Kenteken van het voertuig
    Kenteken 2

    Kenteken van de aanhangwagen.

    Voertuigtype Selecteer het gewenste voertuigtype.
    Routingprofiel

    Wijs aan het voertuig in de uitklaplijst het gewenste routingprofiel toe.

    Meer informatie vindt u in het artikel Wat is een routingprofiel?

    Prijsmodel Wijs aan het voertuig een prijsmodel toe.
    Kostenprofiel

    Wijs aan het voertuig een kostenprofiel toe.

    Opmerking: Het toegewezen kostenprofiel kan van invloed zijn op de berekende route.
    Als u aan het voertuig bijvoorbeeld een routingprofiel met de instelling "economische route" toewijst en u wijst geen kostenprofiel toe, dan wordt de route altijd geoptimaliseerd volgens de kortste route.

    .

     Privé Als de optie is aangevinkt, is het voertuig alleen zichtbaar voor degene die het heeft aangemaakt.
     Voor alle gebruikers in uw onderneming zichtbaar, alleen degene die het profiel heeft aangemaakt kan het wijzigen

    Als de optie is aangevinkt, is het voertuig voor alle medewerkers in het bedrijf zichtbaar, maar kan het alleen worden gewijzigd door degene die het heeft aangemaakt.

    Voor alle gebruikers in uw onderneming zichtbaar, iedereen kan het profiel wijzigen Als de optie is aangevinkt, is het voertuig voor alle medewerkers in het bedrijf zichtbaar en kan iedereen de gegevens wijzigen.

Tabblad Technische gegevens

  • Voer de technische gegevens van het voertuig in.

    Opmerking: De velden voor Aanhangwagen en Combinatie zijn alleen actief als het voertuigtype bestaat uit een voertuig + aanhangwagen.

Indien u emissies overeenkomstig HBEFA of EN 16258 met verbruikswaarden overeenkomstige HBEFA wilt berekenen, moeten de volgende gegevens voorhanden zijn:

  • Toegestaan totaalgewicht

  • Emissieklasse

  • Brandstofsoort

Tabblad Brandstofverbruik bepalen

De gegevens op dit tabblad zijn relevant als u emissies volgens , EN 16258 of 2017-639 wilt berekenen.

Opmerking: In de instellingen selecteert u volgens welke methode u de emissies berekent (zie Emissieberekening).

  • Bepaal volgens welke methode het brandstofverbruik wordt berekend.

    Element Beschrijving
    Optie Individuele meetwaarde

    Selecteer deze methode als u individueel gemeten waarden voor het voertuig heeft.

    Als de optie is aangevinkt, wordt de individuele meetwaarde voor het voertuig voor de berekening van de route opgevraagd.

    Voor de berekening heeft PTV Map&Guide internet het voertuigkenteken of de naam van het voertuig nodig en een meetwaarde van het verbruik op een bepaalde trajectlengte.

    Optie Route-typische gemiddelde waarde

    Selecteer deze methode als u de opgeslagen verbruikswaarde van een inzamelrit of een andere regelmatige rit heeft.

    Als deze optie is aangevinkt, wordt de route-typische gemiddelde waarde voor de berekening van de route opgevraagd.

    Voor de berekening heeft PTV Map&Guide internethet opgeslagen gemiddelde verbruik in een regelmatige rit nodig en de betreffende trajectlengte.

    Optie Voertuigtypische gemiddelde waarde

    Selecteer deze methode als u de opgeslagen verbruikswaarde van het voertuig heeft.

    Als de optie is aangevinkt, wordt met het ingevoerde gemiddelde verbruik per 100 km gerekend.

    Optie Wagenparkwaarde

    Selecteer deze methode als u opgeslagen verbruikswaarden van uw wagenpark heeft.

    Als de optie is aangevinkt, wordt met het gemiddelde verbruik per 100 km gerekend.

    Voer hiervoor de betreffende waarde in het invoerveld in.

    Optie Ingestelde waarde

    Selecteer deze methode als u geen opgeslagen verbruikswaarden hebt.

    Als u vervolgens ingestelde waarden wilt gebruiken, moet u hiervoor de redenen aangeven. Deze worden dan ook op het emissiebericht aangegeven.

    Opmerking: Bij een emissieberekening volgens EN16258 kunt u selecteren of de verbruikswaarden volgens HBEFA worden bepaald of dat u gebruik wilt maken van vastgestelde verbruikswaarden uit UK DEFRA 2014.
    Optie verbruikswaarde volgens HBEFA: De emissies worden volgens HBEFA berekend. Daartoe moeten alle emissierelevante gegevens in het voertuig zijn ingesteld. Controleer daarom in het tabblad Technische gegevens, of het Leeg gewicht, het Toegestane totaalgewicht, de Emissieklasse en het Brandstoftype zijn aangegeven.
    Optie verbruikswaarde volgens UK DEFRA 2014: De emissies worden berekend aan de hand van het verbruik van standaardvoertuigtypen. Selecteer in de lijst het voertuigtype dat het voertuig het dichtst benadert.

    Opmerking: Bij een emissieberekening volgens Décret n° 2017-639 met ingestelde waarden worden de emissies berekend aan de hand van ingestelde standaardvoertuigtypen. Selecteer daarom in de lijst Voertuigtype en gebruikte vervoermodus het voertuigtype dat het beste bij het voertuig past.

Tabblad categorieën

  • Geef aan welke goederen het voertuig mag transporteren.

    Opmerking: De gegevens worden alleen in aanmerking genomen als de route met een voertuig is gepland waarvoor de optie Rekening houden met vrachtwagenrestricties in het routingprofiel ingeschakeld is.
    Meer informatie vindt u in het artikel Routingprofiel aanmaken.

Tabblad Milieuzones

  • Geef aan of er rekening gehouden moet worden met milieuzones tijdens de routeplanning.

  • Voor de planning in Duitsland kunt u het vignet van het voertuig selecteren.

  • Voor de planning in de andere aangeboden landen geeft u aan of het voertuig in milieuzones mag rijden.

Tabblad Pauzetijden

Hier bepaalt u de rij- en rusttijden voor een of twee chauffeurs van het voertuig.

Meer informatie over rij- en rusttijden vindt u in het artikel Rij- en rusttijden.

Opmerking: Er wordt alleen rekening gehouden met de gegevens als in de routeplanning de routingoptie Rij- en rusttijden is aangevinkt.
Meer informatie over routingopties vindt u in het artikel Instellingen voor de routeplanning maken.

 

Koppelingspictogram voor gerelateerde onderwerpenGerelateerde onderwerpen